12 boeken in 12 maanden: mission statement

Mission statement voor de artiest die van kunst zijn leven maakt:
Of hoe een virus ons heeft genezen van een eeuwenoude ziekte.


Meer dan een half jaar lang al regent het wanhoopskreten,
waarschuwingen en steunbetuigingen in het artistieke veld.
Technici staan werkloos aan de kant, performers spelen voor twee
man en een paardenkop, en schrijvers zien met de annulering van
de Boekenbeurs hun ergste nachtmerrie (of droom) uitkomen. De
coronacrisis legde echter onderliggende problemen bloot die al veel
langer lagen te gisten. De incubatietijd was tien jaar. Het virus
zorgde alleen maar voor een uitbraak, terwijl de ware oorzaken van
dit wereldlijk verval van oude systemen en rangorden al
decennialang welig in het lichaam van de kunstenaar tierden.


Pas na de quarantaine komt het inzicht: elke mens – en elke
schrijver - wordt een buitenstaander die aan de kant zijn leven
evalueert en beseft dat het zo niet verder kan/hoeft. Enkele weken
geleden waagde ik me per fiets nog eens op straat en zag achter de
tralies van een bekende Gentse boekhandel vlak na sluitingstijd de
eigenares met een bedenkelijk gezicht achter de computer zitten,
klaar om de paar klanten van de dag te traceren, opgesloten in een
cocon van ouderwets denken. Gelukkig worden allerlei
nevenevenementen in het leven geroepen om de teloorgang van
het eeuwenoud verdienmodel van kunstenaar/artiest/schrijver te
redden: van een alternatieve Radio Boekenbeurs tot kleinere
voorleesmomenten. Maar zoals bekend is de boekensector al meer
dan tien jaar lang een zinkende Titanic, en deze laatste violist is
ondertussen allang van boord gesprongen.


Wat doet een schrijver in volle lockdown - zijn natuurlijke habitat
- behalve acht uur per dag blijven schrijven? Nadenken over het
nut van acht uur per dag te schrijven én over de uiteengespatte
bubbel/droom dat elk een van zijn kunst kan leven. Maar is dat
dan zo’n slechte zaak? Is het echt zo verwonderlijk en verwerpelijk
dat mensen in de ergste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog eerst
aan de primaire en secundaire behoeften denken (eten, drinken,
een dak boven het hoofd, een Brantano-schoen aan de voet), en dat
de onderste laag van de piramide even on hold wordt gezet? Alle
begrip voor en medeleven met de duizenden artiesten die vandaag
niet meer rondkomen. Maar om Churchill even op stal te laten en
de bekende filosoof Willem van Hanegem bij monde van Johan
Cruyff te citeren: ‘Elk nadeel heb zijn voordeel.’


2020 is nu al het jaar van de kentering. 2020 wordt 2.0., het jaar
nul, zeker na de evaluatie van een model dat de hele 20ste eeuw
heeft standgehouden: namelijk de positie van een derde schakel
tussen de twee belangrijkste partijen die ertoe doen: de kunstenaar
aan de ene kant, de ontvanger aan de andere kant. Hoe pijnlijk is
het niet om te moeten vaststellen dat deze voornaamste schakels
die al die tijd zo van belang waren (uitgeverijen,
platenmaatschappijen, kunstgalerijen, boekingskantoren…) nu de
grootste klappen krijgen. Stuur je vandaag als debutant een
manuscript naar een belangrijke uitgeverij, dan krijg je de melding
dat men de komende twee jaar geen nieuwe manuscripten meer
bekijkt. Er volgt de komende jaren niet alleen een financiële
nasleep of een vracht aan posttraumatische stresssyndromen;
zovele letters en leestekens zullen in de catacomben van de
reguliere uitgeverijen en boekhandels liggen dood te bloeden.


Het verdienmodel in de literaire sector wordt door de crisis voor
eens en voor altijd op zijn kop gezet. Terwijl de gemiddelde
Vlaamse auteur twee, drie jaar geleden bij elk nieuw contract nog
kon rekenen op een voorschot van 2000 euro, wordt steeds vaker
gevraagd om dit bedrag nu zelf op te hoesten, zodat men zeker is
van een afname van 200 à 300 exemplaren door vrienden en
familieleden. Moeilijk als er in deze tijden geen ruimte is voor een
fatsoenlijke boekvoorstelling (al kwam er ook in ‘het oude normaal’
gewoonlijk minder volk opdagen tijdens zo’n voorstelling dan op
een ‘tuinconcert’ van Jo Vally).


Een snelle berekening leerde deze schrijver dat het zachtjes – en
voorlopig - loslaten van een dergelijke tussenpartij (in dit geval een
uitgeverij) op hetzelfde neerkomt als de navelstreng tussen moeder
en kind doorknippen. Dit betekent concreet: de volledige vrijheid
van de gemiddelde schrijver die dan pas echt volwassen wordt.
Want kijk: laat je vandaag je boek (hardcover, gebonden, met
stofomslag op offwhite papier) aan 10 euro per stuk drukken op 100
exemplaren die je via een persoonlijke webshop kan verkopen aan
24,99 euro (genummerd en gesigneerd), dan haal je daar ongeveer
het voorschot uit dat je vroeger kreeg van een uitgeverij. Wat valt
weg? Een auteurscontract, nog dikker dan ‘Het Verdriet van
België’ (tot voor kort te koop voor 1 euro op de Gentse
boekenmarkt), verplaatsingen naar en onderhandelingen met
uitgevers, uniforme covers, dt-fouten die door de hand van
overwerkte redacteurs als een virus het manuscript binnendringen,
gebrekkige marketing en vooral een stock van honderden gedrukte
boeken die de auteur een schuldgevoel geven dat nog groter is dan
de hospitalisatieverzekering van een hypochonder.


Al voor de crisis kwam het concept van het minimalisme, het
eenvoudiger en creatiever leven in een consumptiemaatschappij,
en het afzetten tegen de ‘gevestigde waarden’ van het
kosmopolitische en kapitalistische denken meer om de hoek loeren.
Steeds meer mensen en kunstenaars kozen voor het kleinschalige,
het controleerbare, het individuele model. ‘De plicht tot burgerlijke
ongehoorzaamheid’, schreef Thoreau in ‘Walden’ al. Eyeopener 1:
zanger Wannes Cappelle die in de eerste lockdown enkele
honderden exemplaren van zijn album persoonlijk afstempelde en
op de post deed. Eyeopener 2: de beperkingen door de
reproduceerbaarheid van een boek tegenover de exclusieve waarde
van een uniek (kunst)werk als een schilderij of een beeldhouwwerk.
Orson Welles zei het al: ‘The enemy of art is the absence of limitations.’
Niet de kunstenaar, maar de kunst moet zichzelf heruitvinden. Ook
onze ecologische voetafdruk zou ermee gebaat zijn mochten
minder commerciële en succesvolle schrijvers als ik hun boeken
voortaan als literaire litho’s beschouwen en niet langer op
tweeduizend, maar tweehonderd exemplaren laten drukken, en
zelf opsturen naar hun trouwe achterban, in plaats van te blijven
hengelen naar de goedkeuring van literaire instanties met een mooi
logo die toch vooral beslissen op grond van een mooie
voorgeschiedenis. De lezer krijgt er naast een handtekening en een
vingerafdruk nog wat extra – Coronavrij - speeksel op de postzegel
bovenop. Natuurlijk kunnen ook de grote kanonnen blijven
bestaan (de Pfeijffers, de Buwalda’s, de Wieringa’s), en zonder
frustratie of verbittering gun ik ze echt hun grote oplages. Maar de
middelste laag van auteurs is het aan zichzelf verplicht om zichzelf
te overstijgen en te bewijzen dat het ook anders kan. Belgische
topclubs kunnen allang niet meer mee in de Champions League;
laat ons Vlamingen dan maar in onze eigen achtertuin wat gaan
sjotten.


Hun beperkte oplage van boeken kan symbool staan voor een hele
nieuwe, kleinere, maar o zo rijkere wereldorde. Een intiemere
beleving in een nog kleinere bubbel en op nog kleinere voet. Om
te kunnen overleven als kunstenaar-schrijver moet je alleen kunnen
overleven als mens. De dagen dat de gemiddelde schrijver kon
leven van het woord zijn niet alleen verdwenen, ze zijn er nooit
geweest. Met meer dan honderd boeken op mijn naam heb ook ik
maar enkele jaren ‘zogezegd’ kunnen leven van het geschreven
woord. Nu ook de lezingen steeds vaker wegvallen, is het tijd om in
te zien dat de relatie tussen schrijver en lezer onomkeerbaar is
veranderd.


J.D. Salinger liet al bij monde van zijn zoon Matt (die de
nalatenschap van zijn vader beheert) verstaan dat er voor hem niets
heiliger bestond dan de lezer. Niets mag dit intiem onderhoud in
de weg staan: geen foto’s, geen tekeningen op de cover, geen
flapteksten, geen signeersessies en geen afgeleide producten zoals
verfilmingen. Jezelf vergelijken met Salinger is natuurlijk de
grootste heiligschennis van allemaal, maar als je alles in het juiste
perspectief en op de juiste schaal bekijkt, kun je er niet onderuit: er
is nood aan een nieuwe adem, en niet alleen om dit longvirus de
baas te kunnen. Een zuurstofapparaat om nieuw leven in de
literaire sector te blazen. Er is nood aan een vaccin, zodat elke
schrijver gevrijwaard wordt van verkeerde verwachtingen. En er is
vooral nood aan het gigantische voordeel dat aan dit wereldlijke
nadeel is verbonden: dat de wereld er dankzij dit virus gelukkig
weer wat kleiner op is geworden. Dat de verhoudingen tussen
mensen weer wat menselijker zijn geworden. En dat die gekke Tom
Cruise in ‘Jerry Maguire’ misschien toch gelijk kreeg toen hij na zijn
mission statement (‘The things we think and do not say’) maar één klant
in zijn sportportefeuille overhield, maar net daardoor kon inzetten
op een persoonlijke en unieke vertrouwensband.


Met dit nieuw inzicht na maandenlang onderzoek aan de
persoonlijke universiteit van ondergetekende bied ik mezelf graag
aan als proefpersoon door naar aanleiding van mijn 20-jarig
jubileum als schrijver in 2021 elke maand een nieuw boek uit te
brengen, telkens op een beperkte oplage van 100 exemplaren.
Twaalf ‘literaire litho’s’, net genoeg om er hopelijk maandelijks een
minimum leefloon aan over te houden. Want in mijn geval heeft
de lockdown ironisch genoeg de deur geopend naar de volledige
vrijheid.

 

De volledige Stunt2020-reeks is vanaf nu hier beschikbaar in pre-order.