Uitgeverij Marmer, 1ste druk, voorjaar 2013, literaire roman
Jacques Satine, een ontslagen leerkracht, ziet zich door de crisis gedwongen een baantje als figurant te nemen op de set van een soap. Zijn vrouw is zijn mislukte carrière zat. Ze is verliefd geworden op een andere man, maar de liefde is niet wederzijds. Omdat de situatie stilaan onhoudbaar is en Satine alleen maar het beste voor heeft met zijn vrouw, besluit hij haar alsnog gelukkig te maken door haar aan haar nieuwe liefde 'door te geven'. Ondertussen zoekt hij voor zichzelf een nieuwe rol in het leven, dat één grote snipperdag lijkt te zijn geworden. Als filmliefhebber wil hij een remake van zich zelf maken. Hij richt zijn leven in als filmset en speelt alleen nog scènes uit bekende films na. Zo ontloopt hij het conflict dat in hem woedt en vermijdt hij elke emotionele diepgang. Wanneer hij zijn vrouw weer ontmoet, gelukkig verenigd met haar nieuwe liefde, slaat Satine op tilt. Hij zet zijn leven voort als was het één groot filmproject met hem, niet langer Jacques maar S. in de hoofdrol; als de nieuwe liefde van zijn vrouw. Hij voelt zich de regisseur van zijn leven. Aan het eind van elke dag werpt hij als een slang zijn huid van zich af. De transformatie die S. Elke dag beleeft, is eigenlijk een compensatie voor zijn gesloten karakter.
In levendige scènes, vol regieaanwijzingen, beeldcitaten en uitspraken uit beroemde films, beschrijft Bavo Dhooge in een hilarische stijl het tragikomische leven van de professionele loser Jacques Satine, de man die zijn eigen leven speelt tot hij erbij neervalt. De speler kan je zowel beschouwen als een psychologische karakterstudie als een thriller. In tien sequenties neemt de auteur zijn lezers mee in een huiveringwekkend verhaal over liefde, eenzaamheid en waanzin.
Recensie Wraak van de Dodo
Dat Bavo Dhooge verschillende genres aankan, van kinderboeken over jeugd-scifi tot misdaad, dat wisten we al. Literatuur voor volwassenen - los van de misdaad - was er tot nu toe niet veel. Toch is dit al z'n derde roman bij uitgeverij Marmer (de eerste twee onder het pseudoniem Harold S. Karstens), en waren er in het verleden ook al zijsprongetjes zoalsSmile.
Net nu Dhooge deel uitmaakte van de jury van het filmfestival van Gent (zijn eindwerk, de kortfilm Warmwatervissen, werd ooit geselecteerd voor hetzelfde festival) verwondert het niet dat hij ook een roman schrijft over een acteur. De rol van Jacques Satine bestaat erin niet op te vallen. Hij zit in de achtergrond aan een tafeltje en drinkt een tas koffie. Hij perfectioneert de rol van de figurant en gaat zelfs zover zichzelf ook in het echte leven weg te cijferen. Hij geeft zijn vrouw weg aan een ander en begint films na te spelen - alles om niet meer zichzelf te zijn. Maar het project ontspoort een beetje, en... nou ja, je moet het lezen om het te geloven.
Liefhebbers van filmklassiekers zullen sommige scènes moeiteloos herkennen, al werken Satines tegenspelers niet altijd even goed mee. Ikzelf had er iets meer moeite mee, maar dat staat het amusement niet in de weg. Toch is De speler meer tragedie dan komedie, over een figurant die voor de rol van zijn leven gaat, een rol die hij maar moeizaam ontdekt. Het is een aparte creatuur, die Jacques Satine, maar op een of andere manier wel memorabel. De speler is een boek dat je even moet laten bezinken, en dat is toch iets anders dan pakweg Stiletto Libretto.
Recensie Cerberus/Fantasiek
Bavo gaat Twin Peaks en David Lynch achterna als regisseur van roman.
Bavo Dhooge even voorstellen: dit is zijn 70ste roman waarvan de titel met een S begint. Daarbij zitten een hele reeks luchtige romans over een Gentse detective, griezelboeken voor jongeren, sciencefictionromans voor YA’s, een aantal romans gebaseerd op populaire tv-reeksen, de laatste jaren enkele heel goede roman noirs gesitueerd in het Hollywood milieu, verleden en heden. Daarvoor kreeg hij terecht al de ‘Schaduwprijs’ en de ‘Diamanten Kogel’, plus nominaties voor de ‘Gouden Strop’ en de ‘Poirot’-prijs. Bavo is afgestudeerd als filmregisseur, zetelde dit jaar in de internationale jury van het filmfestival in Gent, en waagt zich nu dus ook aan experimentele literatuur. Dit boek is dus over het leven en de ondergang van Jacques Satine, die hierna kortweg ‘S’ genoemd wordt. Ja, je blijft in de traditie, al verwijst dit ook naar het personage K in Kafka’s werk, want je kan dit echt geen traditionele roman noemen. Het boek wordt gezien door de ogen van de auteur maar dan in functie van regisseur en scenarist: S aka Satine heeft zelf weinig te zeggen, hij volgt het scenario dat hem door de regisseur/auteur opgelegd wordt. Een scenario dat aanvankelijk ‘Twin Peaks’ lijkt, maar verder weg steeds meer bizarre en sombere David Lynch wordt, de realiteit verglijdt steeds meer in het absurde, vervreemdende wereldbeeld van een man die genadeloos verdrinkt in zijn eigen waanbeelden en psychotische obsessies, die dan wel over hemzelf en zijn eigen levensbeeld gaan. Satine is een acteur maar de economische crisis verdringt hem tot hij rollen als figurant moet aannemen. Dat wordt een obsessie: Satine begint zich te specialiseren, hij observeert figuranten, herbekijkt ze steeds opnieuw. Dat wordt teveel voor zijn vrouw, en als die verliefd wordt op haar advocaat besluit Satina dat hij het beste wil voor haar, en drijft haar letterlijk in de armen van zijn concurrent. Maar hij wil toch iets doen met zijn leven, en begint klassieke filmscènes te herscheppen, met zichzelf als de hoofdpersoon. Filmkenners zullen dit fantastisch vinden: ‘Taxi Driver’, ‘The Graduate’, etc. maar Satine probeert dit gewoon met willekeurige niets vermoedende mensen als tegenspelers, wat tot een aantal situaties leidt die zowel hilarisch als meelijwekkend zijn. Satine blijft wanhopig op zoek naar een eigen identiteit die hij zich probeert te geven door rollen aan te nemen, die steeds vreemder worden, een desintegratie van het eigen ik en een poging tot hergeboorte. Maar dat ontdek je zelf wel in de heel degelijke finale die je als lezer eigenlijk diende te zien aankomen, maar die de cyclus van Satine’s leven mooi afrondt. De opmaak is niet gemakkelijk: de auteur/regisseur leidt alles, de stem van Satine zelf is daaraan ondergeschikt, en dat maakt het niet gemakkelijk een zelfdestructief personage te begrijpen en aanvaarden. Dit is dan ook geen licht leesbaar boekje voor op het nachtkastje, maar een psychologische studie over een man gevangen in de schijnwereld van de film waarmee hij zijn eigen leegte probeert te vullen, vaak bijna surrealistisch, vaak ook heel tragi-komisch, en uiteraard gevuld met inside referenties en jokes die filmliefhebbers wel zullen appreciëren. Een heel ander soort boek dan we van Bavo gewend zijn hoewel niet zo verbazend als je de kortfilms zag die hij op zijn website bracht. Het geheel is iets wat te lang met teveel nevendetails voor het thema, maar zeker de moeite waard om een ander soort werk van Bavo te ontdekken en te appreciëren.
Eddy C. Bertin (4)
Recensie Focus Knack/Interview
http://focus.knack.be/entertainment/boeken/bavo-dhooge-geluk-is-een-dooddoener/article-4000195159369.htm
Recensie Biblion
De nieuwe tragikomische roman van de Belgische schrijver en regisseur (1973) heeft als hoofdpersonage de nogal sukkelige dromer Jacques Satine. Nadat hij als docent wordt ontslagen, neemt hij als filmliefhebber een baan aan als figurant, maar wordt ontslagen omdat hij daarin te veel opvalt. Als hij zich bijna monomaan bezig houdt met het bestuderen van de kunst van het figureren aan de hand van talrijke films, is de maat voor zijn vrouw vol en verlaat ze hem. Dan gaat hij een tijd beroemde filmpersonages naspelen, bijvoorbeeld de man in het echtscheidingsdrama Kramer versus Kramer. Dat levert wrang-humoristische situaties op, waaruit Satine zich vaak nog net uit kan redden. Als hij de nieuwe minnaar van zijn vrouw gaat naspelen en daarna zelfs een bedrijf voor het naspelen van gestorvenen opricht, is het eind snel zoek. De auteur beschrijft zijn thema van de vermenging van werkelijkheid en illusie op prettig leesbare wijze. Net als 'Starr' van zijn landgenoot Patrick Conrad is het boek doordesemd met filmverwijzingen (Zelig van Woody Allen met hetzelfde hoofdthema had er eigenlijk in gemoeten), maar de tot het eind doorgevoerde draaiboekstructuur en het regisseur-als-god perspectief doen toch wat geforceerd aan. Normale druk. - J. Hodenius
Recensie Bibliotheek
Bavo Dhooge, auteur van een zeventigtal boeken die zonder uitzondering de letter S in de titel dragen, is filmregisseur van opleiding. Zijn kennis van de filmwereld en van alles wat er van dichtbij of van ver mee te maken heeft, is de inspiratiebron geweest voor . Alleen al de opbouw van de roman is duidelijk op film gebaseerd: de verschillende hoofdstukken worden ‘sequenties’ genoemd, de binnendelen ervan — de verschillende scènes dus — worden telkens ingeleid met summiere regieaanwijzingen die de lezer moeten helpen om zijn weg te vinden in het verhaal. En dat Dhooge in zijn verhaal een aantal keren alludeert op bekende films, ligt voor de hand: … Aardig meegenomen alleszins voor de lezer die ook zijn filmklassiekers kent. voert een man een tonele, Jacques Satine, die na zijn mislukte loopbaan in het onderwijs wat bijklust als figurant. Een rol op het achterplan dus, weinig betaald ook, en meteen de aanleiding voor zijn vrouw Stella om een eind te maken aan hun relatie. Dan neemt Satine het heft in handen: hij beslist zijn vrouw ‘door te geven’ aan haar nieuwe geliefde, de advocaat Paul Tsombe. S., want zo wil hij voortaan heten, speelt voor zichzelf de rol na uit films die hij heeft gezien. Zijn hoogtepunt komt er wanneer hij, na de dood van Tsombe, de rol van Stella’s geliefde wil overnemen om haar zo weer voor zich te winnen. Dat hij ondertussen alle voeling met de werkelijkheid heeft verloren, maakt van hem een loser in het kwadraat. Hij wordt geïnterneerd, maar blijft er zelf van overtuigd dat de anderen, onder wie zijn vrouw, hem nooit begrepen hebben of hebben willen begrijpen. Zo krijgt de allure van een psychologische roman, die het portret tekent van een vereenzaamde man, levend aan de rand van de maatschappij en gedwongen in het keurslijf van de paranoia. Dhooge vertelt het allemaal met veel verve, hij beweegt zich losjesweg door de (schijn)wereld van de film, maar zet tezelfdertijd een verhaal op papier dat nergens de band met de realiteit verliest. Of zou hier toch het door Dhooge geciteerde adagium van Jean -Luc Godard gelden: ‘kunst is niet de weerspiegeling van de werkelijkheid, maar de werkelijkheid van die weerspiegeling’? [Jooris Van Hulle]