Uitgeverij Marmer, ISBN 9789460680328 220p, 2010
Ben David is een sciencefictionauteur die zijn gedroomde bestseller maar niet weet te creëren. Hij besluit zich om die reden dan maar te wijden aan een boek over Harry Stephen Keeler, een mysterieuze, opmerkelijke auteur én - volgens velen - de slechtste schrijver uit de literatuurgeschiedenis. Het graven in het leven van Keeler maakt dat Ben David gedwongen wordt om als een buitenstaander zijn eigen leven te evalueren. Ben communiceert met zijn dove zoontje in gebarentaal, hij is vervreemd van zijn vrouw die in een andere wereld vertoeft en heeft geen enkele band met de rest van zijn omgeving. In Harry Stephen Keeler en diens buitenissige universum vol freaks, aliens en robots vindt de schrijver troost. Meer nog: hij begint zich langzaamaan te vereenzelvigen met Keeler. Zijn nieuwsgierigheid naar Keeler slaat om in een obsessieve speurtocht naar het laatste, verloren gewaande, ongepubliceerde manuscript Spion van Mars. Maar bestaat dit manuscript wel? Of is het de science fiction van de schrijver zelf?
Recensie Biblion
Sciencefictionschrijver Ben David heeft niet zoveel succes als hij wel zou willen, is vervreemd van zijn vrouw Bo en communiceert met zijn dove zoontje Boris in gebarentaal. Hij besluit om een soort van biografie over Harry Stephen Keeler te schrijven, volgens velen "de slechtste schrijver uit de literatuurgeschiedenis". Maar in het buitenissige universum van Keeler vindt Ben ook delen van zichzelf terug. Zijn nieuwsgierigheid slaat om in obsessie, en uiteindelijk in waanzin. Of is het een tumor in zijn hersenen? Harold S. Karstens (pseudoniem) heeft prijswinnende boeken op zijn naam staan. Dit romandebuut start sterk, maar Karstens heeft het moeilijk om de groeiende obsessie van Ben David geloofwaardig en spannend te houden. Dat hij daar voor het grootste gedeelte in slaagt, komt door zijn fraaie stijl. Inventieve en ambitieuze, maar niet vlekkeloos geslaagde, roman voor lezers met literaire interesse. Paperback; vrij kleine druk. - B. van Laerhoven`
Recensie Cerberus/Fantasiek
De Kafkaiaanse transformaties van een sf-auteur.
De Amsterdamse auteur Ben David heeft al een aantal succesvolle thrillers geschreven en zijn uitgever dringt aan op de volgende. Maar Ben houdt van sciencefiction en is geobsedeerd door Harry Stephen Keeler, een kult auteur die ondanks zijn ongelooflijk uitgebreid oeuvre zowat door iedereen, op enkele uitzonderingen na, beschouwd wordt als de slechtste auteur ooit. Ben slaagt er niet in zelf een sf-epos te scheppen en besluit een boek te schrijven over Keeler. Hij begint te graven in het bizarre leven en werk van Keeler, en dan begint iets wat bijna een constant wisselend rollenspel wordt waarbij naast de fictieve ook enkele echte personages uit de sf-wereld opduiken. Ben is gehuwd maar vervreemd van zijn vrouw die hele dagen in bed zit om faits divers uit te pluizen voor haar column. Hun zoontje Bo is doof en Ben communiceert soms met hem in gebarentaal, maar ook die relatie is op het randje. Ben distantieert zich steeds meer van zijn eigen werkelijkheid en leven, naarmate steeds vreemdere zaken zich voordoen tijdens zijn speurwerk naar de essentie van Keeler. Vreemde personages duiken op uit het niets alsof Keelers werk infiltreert in Bens realiteit. Hij krijgt de vreemde opdracht het manuscript te zoeken van ‘Spion van Mars’, een mysterieuze onuitgegeven roman van Keeler. Als Ben te weten komt dat hij een hersentumor heeft, wordt het voor hem zowel als voor de lezer de vraag wat van alles wat hij meemaakt misschien hallucinaties of waanbeelden zijn, of wat een werkelijke geleidelijke overgang in een andere wereld zou kunnen zijn. Dit is dus zeker geen gemakkelijk leesbare roman: naarmate Ben een soort transformatie ondergaat verandert zijn Keeler biografie in een soort Keeler roman: opzettelijk slecht geschreven, vol absurde dialogen en onbegrijpelijke personages, met grote erin gegooide fragmenten die niets met dit alles te maken hebben. Als Bo en zijn vrouw zomaar verdwijnen staat Ben er alleen voor. Hij vertrekt naar Parijs, geruggensteund door de mysterieuze Denise die als een Keeler personage plots opduikt, op zoek naar het mystieke verdwenen boek, en de lugubere ontknoping van wat al dan niet echt aan het gebeuren is. Ja, hoe bizar en onwerkelijk ook, het geheel is effectief sciencefiction. Ja, je kan het ook zien als een geleidelijke overgang in obsessieve waanzin. Ja, het is ook een Kafkaiaanse raadselroman. Ik heb respect voor het literaire werk dat gedaan is om het geheel de vorm te geven van een typische slechte Keeler roman, maar precies dit zorgt ervoor dat je als lezer soms wil doen wat een fictieve recensent zegt over Keeler: gooi dat boek in de haard! De moeite waard om te proberen, maar het is een zware dobber om dat geduld tot het einde toe vol te houden, misschien had Bavo er toch beter wat in geknipt. Dit is een eerste druk, verschenen onder het pseudoniem Harold S. Karstens. Zoals ook voor ‘De sok’ kreeg dit boek een nieuwe wrap-around cover met Bavo’s naam erop. Zowel deze twee als het recente ‘De speler’ hebben een gelijkaardige thematiek: een enkeling die door een of meerdere bizarre feiten geheel vervreemdt van de realiteit en zijn normale leven en in een psychotische neerwaartse spiraal belandt. Geen gemakkelijke boeken al zit er heel wat humor in verwerkt, maar de moeite van het proberen waard om te ontdekken hoe verschillend een auteur te werk kan gaan in verschillende genres. Een vierde literaire roman ‘De stank’ is voorzien voor dit jaar.
Eddy C. Bertin (3)
Recensie GKY
Dat we niet altijd ver moeten zoeken naar een top schrijver bewijst De Sciencefictionschrijver Bavo Dhooge. Een Vlaamse schrijver – scenarist geboren en wonend te Gent. Bavo Dhooge publiceerde meer dan 75 boeken in allerlei genres: verhalenbundels, ( jeugd- )thrillers, westerns, literaire romans, kinderboeken en science-fiction. Opvallend is dat bijna al zijn titels beginnen met een ‘S’ ( uitgezonderd: Het Geheim van Antarctica ). Dit gecombineerd met het tempo waaraan hij boeken schrijft, leverde hem de bijnaam ’S-Express’ op.
Tot mijn schaamte moet ik toegeven dat ik nog niet eerder van deze schrijver had gehoord tot ik op zijn novel De Sciencefictionschrijver stuitte. Hierin brengt hij hulde aan de onbekende pulpschrijver Harry Stephen Keeler. Eigenlijk is de Sciencefictionschrijver een soort van biografie over Harry en Bavo Dhooge schrijft met zoveel liefde en overtuigingskracht dat ik zin kreeg om alle verhalen van Harry Stephen Keeler te verslinden.
Wat begint als een normaal verhaal verandert al snel in iets bizar wanneer het hoofdpersonage Ben David vervreemdt van de realiteit en in een psychotische spiraal terechtkomt. Is wat hij meemaakt een hallucinatie of waanbeeld veroorzaakt door zijn hersentumor? ( Mijn oprechte excuses voor de spoiler. ) Of maakt hij een geleidelijke overgang naar een andere wereld/dimensie? Want naarmate het verhaal vordert wordt de werelden van Ben en Harry meer en meer met elkaar verweven. Meer zelfs, het lijkt erop dat Ben langzaam aan transformeert in Harry.
Tijdens dit proces evolueert het boek mee met het hoofdpersonage. De biografische stijl gaat over in een echte Keeler roman met ( opzettelijke ) slecht geschreven delen, absurde dialogen en personages die plots uit het niets opduiken en verdwijnen. Daarbij komen ook nog eens bepaalde fragmenten die nergens op slaan en totaal niets met het verhaal te maken hebben. Dit boek houdt je in zijn ban. Je vraagt je voortdurend af hoe alles juist in elkaar zit. Wat is verbeelding? Wat is echt? De sciencefictionschrijver is een bizarre roman die smaakt naar meer en die je doet verlangen naar een van de slechtste schrijver uit de geschiedenis: Harry Stephen Keeler.