Uitgeverij WWAOW, 1e druk, isbn 9090203230, mei 2007, 195 pagina's, categorie Volwassenen
Frank Boen is veertig en al zijn hele leven schoolmeester. Samen met zijn vrouw Ellie woont hij in een klein slaapstadje waar hij zich niet meer op stang laat jagen door zijn leerlingen. Hij laat ze gewoon hun gang gaan en wil het liefst gewoon met rust gelaten worden.
Frank wil zijn grote droom waarmaken: een biografie schrijven over Ernest Hemingway.
Algauw ontplooit hij zich in zijn dagelijkse bezigheden tot een soort brave schoolmeesterversie van Hemingway. Hij gaat op jacht in het park van de wijk; niet op buffels of beren, maar op ganzen en wilde katten. Hij houdt siësta's in een hangmat en eindigt elke dag met een fles gin die hij, in tegenstelling tot zijn held, maar niet kan trotseren. Maar dan moet Frank met zijn klas op kamp en zijn oude probleem duikt weer op: hij heeft geen gezag. Hij ontfermt zich op een speciale manier over een paar leerlingen om zich in de gunst te werken.
Algauw ontspoort het kamp en begint Frank wel heel eigenaardige, levensgevaarlijke straffen uit te delen...
'Speeltijd' is een pulpchiller met een flinke dosis gitzwarte humor die ook eigen is aan de romans noirs van Jim Thompson en James M. Cain. Grappig en gruwelijk tegelijkertijd.
Dit boek kreeg scenariosteun van het VAF en is verwerkt tot een filmscenario.
Te bestellen via de digitale uitgeverij (www.wwaow.com)
03-06-2006 Jeroen Beghin (Wraak van de dodo)
Frank Boen is nog een paar weken schoolmeester, en dan houdt hij ermee op om een boek te gaan schrijven over Ernest Hemingway. Meester Frank heeft geen gezag. Niet op school, en eigenlijk ook thuis niet, al spant hij zich in ons van het tegendeel te overtuigen. Naast Frank, in zijn oude huis, komen nieuwe buren wonen, stadsmensen. Vic is para, en het plan wordt opgevat hem te laten meegaan op bosklassen. Dat zal hem nog betreuren, want de kampeertrip loopt drastisch uit de hand, met enkele onschuldige slachtoffers als gevolg. Een kat, om mee te beginnen. Speeltijd is een verwarrend boek, maar dat is helemaal geen slechte zaak. Aan de ene kant moet je wel lachen, want Dhooge is naar aloude gewoonte kwistig met kwinkslagen. Aan de andere kant mág je eigenlijk niet lachen, want het gaat hier toch om redelijk ernstige vergrijpen. Dus voel je een zekere gêne omdat je gaat meeleven met een ontsporende sufferd. Het moeten maar zo geen ettertjes zijn, denk je dan. Bij momenten voelt het allemaal wel een beetje overdone aan, maar dat mag ook wel in een boek als dit. Geen wonder dat er al een optie genomen is op de filmrechten.